donderdag 8 december 2011

Sunrise: de Tiktaalik

In deel 1 van de vertebraten evolutie waren we 540 mjg in de modder gezonken met een opstandige zakpijplarve genaamd Pikaia. Hoogste tijd om hem eens even flink bij zijn lurven te pakken. Hoe weten we dit eigenlijk allemaal? Door de onvermoeibare paleontologen, soort van vuinisbelt-jutters. Zij bestuderen historisch afval in zogenaamde lagerstätten, boordevol stoffelijke resten van dieren en ander niet opgeruimd afval. Gelukkig hadden ze 540 mjg nog geen gemeentelijke dienst vuilnisruimers en AVI's.  Die Pikaia zat tussen andere gedateerde fossielen.  Die paleontologen kunnen pas lekker wroeten als er wat stevigs in gevallen is. Bijvoorbeeld botten of schilden of schelpen of tanden. Daarom kunnen ze ook weinig vertellen van de voorliggende miljarden jaren: het leven was toen één- of meercellig en die fossiliseerden niet.

Overigens was de droge aarde nog woest en ledig, pas 425 mjg kruipen de planten aan land en veroorzaken daar de tweede ecologische ramp: de hele mooie kale aarde groen overwoekerd door planten en bomen. En een afval dat het groen genereert: bij ontstentenis van de groen-kliKO stapelt het plantenafval zich op tot dikke lagen turf en veen en bruinkool en steenkool. En die koolstof halen de planten allemaal als CO2 uit de lucht. CO2 is geen broeikasgas; CO2 is Levensgas of Natuurgas !!
Planten maken koolhydraten uit CO2, H2O en zonlicht en staan daarmee aan de basis van de voedselketen. De dieren eten die koolhydraten weer op en verbranden ze met zuurstof O2 en vormen weer CO2.

We dwalen af, en het Pikaia-larfje heeft ondertussen een flowerpowerorgie aanricht in het water. Het resultaat zijn drie nieuwe zeefamilies: de kaakloze vissen, de kraakbeenvissen en de beenvissen.